In 2019 onthulde Kawasaki de Ninja ZX-25R, een 250 cc viercilinder supersport, die 43 PK bij een torenhoge 15.500 toeren haalde. De lichte viercilinder met ‘gillende’ toerentallen was daarmee een supersport waarmee Kawasaki volledig tegen alle bestaande trends inging. De 250 bleef alleen beschikbaar voor de Aziatische markt, totdat er voor 2024 in de rest van de wereld een 400cc-versie werd aangekondigd, met 77 PK bij 14.500 (!) toeren en toch een aantrekkelijk prijskaartje.
Echte Ninja
Deze nieuwe Kawasaki ZX-4RR is zonder twijfel een èchte Ninja, zoals Kawasaki die modelnaam ooit had bedoeld: een èchte circuitmotor, waarmee je ook nog eens op de openbare weg mag komen. Daarbij is het duidelijk een model voor de echte liefhebbers, want anders koop je voor minder geld wel de Ninja 400, met de veel breder bruikbare paralleltwin. Maar in vergelijking met de ZX-4RR is dat wel veel meer een sportief uitziend vervoermiddel dan een èchte Kawasaki Ninja.
De uitrusting van de Ninja ZX-4RR is ook nog eens zeer compleet; op het 4,3’’ TFT-kleurenscherm kan je zelf de keuze maken uit vier mappings (Sport, Road, Rain en Rider/handmatig) plus 3-standen traction control. En dan is er standaard ook nog eens een up&down quickshifter èn bluetooth-connectivity via de Kawasaki Rideology app. Met 10.500 euro is de ZX-4RR zeker niet spotgoedkoop, maar voor een viercilinder met dit uitrustingsniveau is het zeker wel een prima prijs.
Ninja-familie
Qua uiterlijk past de ZX-4RR perfect in de familie van Kawasaki Ninja-modellen, je moet goed opletten om alle Ninja-modellen in KRT-kleurstelling uit elkaar te houden. Cool, maar hij onderscheidt zich zo maar amper van de (toch totaal andere) Ninja 400. De afwerking is keurig, op de stickers na, die niet onder de lak zitten en ook nog eens heel snel beschadigen door de binnenkant van de knieën van een aantal motorracepakken. Afgezien daarvan is de Kawasaki strak afgewerkt en zeer compleet.
Testvideo 2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR
Ruimte genoeg
Eenmaal opgestapt valt de ruimte op, die voor een testrijder van 1.86 m. meer dan voldoende is. Het dashboard ziet er heel volwassen uit, met een simpele knop is de juiste (sport) mapping voor het kleine circuit van Calafat te kiezen. Om het ABS uit te zetten moet er alleen wat meer gebeuren. Nadat bleek dat de ABS toch echt te snel ingreep bij circuitgebruik, moest er een zekering uitgehaald worden om dat op te lossen, een gevolg van de Europese veiligheidseisen die blijkbaar niet aan een afgesloten circuit gedacht hebben.
Banden: Kawasaki’s keuze
Qua banden haalt Kawasaki een oude truc uit: bij deze persintroductie zijn de standaard Dunlop GPR 300’s vervangen door Pirelli Diablo Rosso 3 banden. Slim, leuk voor ons ook, maar eigenlijk geeft men zo daarmee de Dunlop’s zelf vooraf al een onvoldoende, wat je dealer bij aankoop mag overtuigen om dezelfde bandenwissel uit te voeren. Als je dan toch voor het circuit speciale banden monteert, zou je makkelijk voor banden kunnen gaan die nog meer op het circuit gericht zijn. De Rosso’s zijn echt wel goed, maar op een circuitdag met 5 sessies, zet vooral de achterband wel eens een stap opzij, waar de -straatgerichte- traction control dan net iets te laat iets aan kan doen.
Puzzelen
Wegrijden vraagt aardig wat gas, maar de koppeling gebruik je op het circuit dan voor het laatst. De standaard quickshifter doet het prima, al is de versnellingsbak wel wat aan de rauwe kant en soms wat hakerig. Overschakelen is trouwens vaak vooral een kwestie van kiezen, omdat je er vooral voor moet zorgen niet onder de 10.000 toeren te komen. Als je een (te) hoge versnelling kiest, zakt het vermogen namelijk weg totdat je weer minimaal 10.000 op het dashboard hebt. Als je dan weer een (te) lage versnelling voor dezelfde bocht kiest, kom je makkelijk toeren te kort bij de exit. Op een beetje superbike is dat nooit een probleem, die trekt altijd wel. Maar hier zijn het continu keuzes die het leuk maken om het circuit steeds beter te leren kennen, te bekijken wat nou het beste werkt in welke bocht en dan de puzzel daarvan in elkaar te zetten.
Gillen
Boven de 10.000 komt de ZX-4RR in de zone waarvoor je hem koopt. Het geluid is fraai door de (optionele) Akrapovic en het woeste inlaatgeluid, al valt de ‘gil’sensatie nog redelijk mee; ècht gillen doet de kleine Ninja best beschaafd. Je hebt dan ook nooit het idee dat je de motor ‘vermoordt’ als je met hoge toeren terugschakelt en hij daardoor zelf boven de 14.5000 uitkomt; de Kawasaki laat duidelijk merken dat hij hier nou juist voor is gemaakt. Het mooiste voelen die 14.500 toeren aan als je op het recht stuk jezelf op de tank platdrukt, om met de quickshifter steeds te wachten tot de shiftlight een deel van de toerenteller oranje laat knipperen. Dan nóg een versnelling erbij en weer doortrekken, totdat je denkt dat het te laat is en het vermogen al wat afbouwt, maar de toerenbegrenzer nog niet ingrijpt. En dan nog een keertje. Maar dan rij je pas 200. Echt genieten.
Continu versnellen
De trekkracht in het gebied tussen 10 en 14.500 is prima voor elkaar, maar nooit intimiderend. Daarbij is het bruikbare toerenbereik misschien niet enorm, maar het voelt echt niet zo ultra-kort aan als je misschien zou verwachten. Het is bij elkaar meer dan genoeg om je continu hard te laten versnellen, maar in een bocht zal de achterkant niet onder je wegbreken door overmatig vermogen. Keurig beheersbare power dus, maar dan met een mooie sound en dito gevoel uit het blok.
Betaalbare middenklasser vs. extreem motorblok
De korte wielbasis en het lage gewicht maken de Ninja tot een makkelijk te besturen motorfiets. Daarbij zijn de remmen niet enorm sterk, maar wel duidelijk en stabiel wat remkracht betreft, ook na een sessie op een kort, technisch circuitje als Calafat. Remmend insturen gaat heel soepel en duidelijk, waarbij de gillende toeren de sensatie nog verder verhogen en de Ninja makkelijk naar de apex duikt. In de bocht merk je dan dat het chassis erg zijn best moet doen om bij te houden. De (alleen qua veervoorspanning verstelbare) voorvork en volledig verstelbare achterschokbreker zijn van prima kwaliteit, maar door het extreme motorblok vergeet je wel eens dat je op een betaalbare middenklasser zit, die nou eenmaal geen dure racevering heeft.
Grondspeling zat
De grondspeling is prima in orde; vooraf zijn de slijtboutjes al onder de stepjes vandaag gehaald, zodat alleen in de onrustige links-rechtscombinatie een voetsteun soms even het asfalt raakt, maar zeker niet overdreven blijft krassen, zoals andere sportieve modellen dat nog wel eens hebben. Ander goed punt is de zithouding, die best ontspannen is voor een supersport en dus ook nog eens volop ruimte heeft voor een langere motorrijder. Die kan zich op het rechte stuk goed opvouwen achter de ruit, terwijl alle bedieningselementen (zoals de knop voor de laptimer) goed binnen bereik blijven.
ZX-4RR doelgroep
Het is lastig in te schatten voor wie de Kawasaki ZX-4RR nou echt bedoeld is. Aan de ene kant denk je direct aan jonge motorrijders die een opwindende eerste motor willen, maar helaas is (raar maar waar) de 400 niet gehomologeerd voor ombouw naar een met A2-rijbewijs toegestaan vermogen. De andere logische doelgroep is juist die van de oudere motorrijders, die nostalgische gevoelens krijgen bij de hoogtoerige viercilinder. De vraag is dan wel of die de ZX-4RR wel genoeg motor vinden, vooral op circuitdagen waar het tegenwoordig wemelt van de dikke 1000cc superbikes. De kleine Kawasaki zal het in bochtige delen goed doen, maar op elk recht stuk -relatief gezien- stilstaan. Komt bij dat als dat je doel is, je toch snel zal gaan investeren in de vering.
Conclusie
De Kawasaki Ninja ZX-4RR is een beetje een lastige motor om te beoordelen. Aan de ene kant is het vooral een zeer leuke, lekker eigenwijze supersport. Een unieke, hoogtoerige viercilinder met een gunstige prijs, maar wel eentje die op het circuit snel zijn beperkingen kent qua prestaties en -de binnen het budget prima passende- uitrusting. Aan de andere kant heb je dan een hoogtoerige middenklasser, die elke hardcore motorrijder alleen al op zijn specificaties zal aanspreken, maar waarvan de unieke charmes op de openbare weg niet continu tot uiting zullen komen. Dat laat een zeer kleine, maar fanatieke doelgroep over, die met de ZX-4RR de originele Kawasaki Ninja-gedachte omarmen. Gewoon omdat het concept zo gaaf is. Die doelgroep koopt met de Kawasaki Ninja ZX-4RR een übercoole instant-cultmotorfiets, die voor 10.499,- euro verrassend compleet, maar vooral volledig uniek is.
Tekst: Iwan van der Valk. Fotografie: Ula Serra, Felix Romero
Technische gegevens 2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR
Type motor | Vloeistofgekoelde 4-cilinder 4-takt lijnmotor |
Kleppensysteem | DOHC, 16 kleppen |
Cilinderinhoud (B x S) | 399 cc (57 x 39,1 mm) |
Compressieverhouding | 12,3:1 |
Brandstofsysteem | Injectie: 4 x Ø 34 mm gasklephuis |
Maximum vermogen | 77 PK (57 kW)/14.500 tpm (80 PK met Ram Air) |
Maximum koppel | 39 Nm/13.000 tpm |
Transmissie | 6 versnellingen |
Koppeling | Natte multi-plaat koppeling |
Voorrem | 2 semi-zwevende 290 mm schijven. Remklauw: radiaal monobloc, 4-zuiger |
Achterrem | Enkele 220 mm schijf. Remklauw met enkele zuiger. |
Vering, voor | ø37 mm Showa USD voorvork (SFF-BP), VVS instelbaar |
Vering, achter | Schokdemper met piggyback-reservoir, in- & uitgaande demping + VVS instelbaar |
Type frame | Stalen buizenframe |
Veerweg V/A | 120/124 mm |
Voorband | 120/70ZR17M/C (58W) |
Achterband | 160/60ZR17M/C (69W) |
L x B x H | 1990 x 765 x 1110 mm |
Wielbasis | 1380 mm |
Zithoogte | 800 mm |
Tankinhoud | 15 liter |
Rijklaar gewicht | 189 kg |
Elektronica | Mappings (Sport, Road, Rain en Rider), 3-standen traction control, 4,3’’ TFT-kleurendashboard, quickshifter up&down, bluetooth connectivity |
Prijs (2023) NL | € 10.499,- |