De opdracht die de engineers voorgeschoteld kregen voorafgaande aan de Honda Crossrunner is even simpel als ingewikkeld; bedenk een motor die voor iedereen toegankelijk is, met een zo allround mogelijk karakter. Het heeft geresulteerd in een motor met een laag zadel, een comfortabele zithouding met een breed stuur, dat voor een optimale controle moet zorgen tijdens het rijden. Over segmenten praat men bij Honda niet; de Crossrunner is een crossover. Wel komen de woorden “Urban”, “Sports” en “Touring” voorbij in de presentatie. Over off- en allroad wordt niet gesproken. Opvallend in dit laatste gegeven is dat de tegelijk met de Crossrunner geboren Pirelli Scorpion Trail banden worden betiteld als de eerste multi-compound “adventure” band ooit, ondanks dat Honda de motor in haar presentatie niet als een adventure of allroad positioneert. Op de Nederlandse website is de Crossrunner wel weer zichtbaar onder Allroad/Enduro. Het in een hokje plaatsen van de Crossrunner valt niet mee, zo blijkt.
Rijden
De omstandigheden waaronder we de Crossrunner testen zijn met 19 graden en een blauwe horizon representatief, omdat de motor volgens Honda vooral voor de plezierrijder is bedoeld. Wat direct opvalt is de lage zit voor een motor die de indruk wekt op een allroad gebaseerd te zijn. Met mijn 1.91m is de zithoogte zelfs aan de lage kant te noemen, al blijft het te allen tijde acceptabel. Het welbekende VFR800 blok doet in licht gewijzigde vorm zijn werk. Zo is het VTEC systeem aangepast, evenals het injectiesysteem, de inlaatkelken en het uitlaatsysteem. Vooral het eerste is direct merkbaar; waar de VFR800 zo nu en dan flinke kritiek te verduren had over de abrupte wijze waarop de VTEC haar intrede deed, zo soepel laat het systeem bij de Crossrunner van zich horen. Bij zo’n 7800 toeren zweept het V4 geluid onder leiding van het VTEC systeem op, resulterend in een voor een dergelijke motor onverwachte, mooie brom. Duidelijk is dat de crossrunner bij lagere toerentallen en in het middengebied beschikt over meer koppel dan de VFR800, resulterend in een mooi lineaire vermogensafgifte.
Bij rustig toeren gedraagt de motor zich voorbeeldig op de buitenwegen van Mallorca. De rechtop zitpositie zorgt ook bij krappe (haarspeld)bochten voor een prima stuurgedrag, mede door het eerder genoemde brede stuur. Wat wel opvalt in krappe bochten en langzaam stadsverkeer, is het regelmatig moeten terugschakelen naar de eerste versnelling. In deze versnelling heeft de Crossrunner helaas nogal last van een aan/uit gasreactie, iets wat het urban karakter niet ten goede komt. Zonder de koppeling erbij komt de motor soms wat bokkig op gang, de koppeling erbij pakken is het devies om het geheel wat soepeler te houden. Wanneer het volgens Honda aanwezige sportieve DNA van de Crossrunner wordt aangesproken, wordt duidelijk dat er veel compromissen zijn gesloten in de ontwikkeling van de motor. Veerinstellingen zijn er vrijwel niet, bovendien is er aan de voorzijde gekozen voor een conventionele telescoopvoorvork. Bij sportief rijgedrag worden de grenzen van het rijwielgedeelte al gauw gevonden, bij hard aanremmen duikt de motor fors en in snelle bochten moet de motor wat meer naar zijn lijn gedwongen worden. Duidelijk een beperking met betrekking tot het sportieve karakter van de Crossrunner. Eenmaal weer op toersnelheid gedraagt de Crossrunner zich wederom voorbeeldig.
Conclusie
Met een doelgroep waarbij een groot deel bestaat uit 30+’ers rijst de vraag of men niet eerder voor bijvoorbeeld een CBF zou kiezen. Iemand die op zoek is naar een toegankelijke allround motor zou immers eerder geneigd zijn om te gaan voor een minder opvallende motor die gewoon doet wat er gevraagd wordt, zonder verrassingen of onvoorspelbaar weggedrag. Het antwoord is nee. Het dynamische stuurgedrag in combinatie met de heerlijke V4 motor zorgen ervoor dat er van de Crossrunner genoten kan worden zoals dat bij een dergelijke motor bedoeld is. Bij een allround motor dienen er altijd concessies gedaan te worden, de Crossrunner zorgt ervoor dat dit niet per definitie saai hoeft te zijn. Natuurlijk, het is geen Fireblade en nee, je kunt er niet verder mee offroad dan over een simpel bospad. Maar als allround motor, waarbij fun hoog in het vaandel staat, is de Crossrunner geslaagd in zijn missie en is het de exoot tussen een hele rij grijze muizen.
Tekst: Derek Knipscheer