Met de terugkeer van de Transalp als modelnaam, sluit Honda zich aan bij een enorm aantal middenklassers met een paralleltwin motorblok. Dit betekent geen V-twin meer, zoals die tot 2012 in de originele Transalp werd gebruikt, maar een ‘staande twin’ met 755 cc, die goed is voor zo’n 91 PK en 75 Nm. Dit betekent dus ook dat de Transalp nu op hetzelfde technische platform is samengebracht als de al eerder ‘teruggekeerde’ Hornet 750, die in het verleden dan weer als viercilinder werd verkocht. Het gemak waarmee Honda iconische namen gebruikt voor totaal andere concepten, doet vrezen dat er ook een CB750Four met paralleltwin onderweg kan zijn.
Qua uiterlijk heeft Honda heel goed gekeken naar de zo succesvolle, originele Transalp, het origineel is zeer goed nagemaakt in de nieuwe versie. De 2023-versie ziet er zeer volwassen uit, met hoogwaardige afwerking achter een fors front met hoge ruit en veel windbescherming. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat alle door ons bereden (en gefotografeerde) testmotoren rijkelijk van accessoires zijn voorzien, wat het volwassen uiterlijk nog verder helpt.
Standaard uitrusting
Hou verder in de gaten dat zaken als handkappen, onderkuip annex ’skid plate’, ruitverbreders, quickshifter, valbeugels en rally-stepjes nog extra betaald moeten worden. Cruise control is helaas niet leverbaar, dat is een beetje een gemiste kans. Dit alles betekent dat de prijs van de Honda wel scherp is, maar dat het aantal vakjes met kruisjes wel goed doorgenomen moet worden, om een vergelijking met de (zeer brede) concurrentie eerlijk te houden.
Opgestapt voelt het direct goed, Honda is de kunst nog niet verleerd om voor een ideale zithouding te zorgen. Het zicht is daarbij ook prima, met een ook aan de binnenkant mooi afgewerkte kuip en een zeer fraai 5-inch TFT kleurendashboard. Na de 22 knoppen (!) op het stuur van de Africa Twin en NT1100, is de bediening gelukkig vereenvoudigd, waardoor de 5 riding modes makkelijk te vinden zijn. Daarvan is er eentje zelf instelbaar, ideaal dus.
Elektronische rijdershulpmiddelen
Qua elektronica heeft Honda de zaken erg goed voor elkaar. Zaken als vermogen (4 standen), HSTC traction control (5 standen + uit), motorrem (3 standen) en ABS (2 standen en uit) zijn allemaal onafhankelijk instelbaar in de user-mode, maar kunnen ook in vier voorgekozen settings van riding modes (standard, sport, rain, gravel) geschakeld worden. Tussen die riding modes is het erg makkelijk schakelen, ook rijdend, waarbij alle informatie helder in beeld is, waarbij je ook nog tussen vier lay-outs mag kiezen.
Geen offroad
Minder ideaal is het weer op de testlocatie. Het regent zo hevig dat het (maar 8 kilometer lange) offroad-deel wordt afgelast. Dat past misschien wel een beetje bij de Transalp, die -ondanks het avontuurlijke uiterlijk- toch vooral als straatmotor ingezet zal gaan worden. Dit vooral door de banden met een offroadprofiel die, zoals bij veel adventuremotoren, er vooral voor de stoere offroadlooks zijn. Op de drijfnatte wegen scoren de Metzeler Karoo Street banden dan wel weer erg goed, de Transalp stuurt er heel netjes, stabiel en precies mee. Daarbij is de motorfiets geen agressieve bochtenkiller, maar wel een betrouwbare machine om elke route met veel vertrouwen
De Showa-vering is vooral comfortabel en alleen qua veervoorspanning verstelbaar, zodat je er niet voor kunt kiezen comfort in te ruilen voor een sportiever weggedrag. Dat is vooral aan de voorzijde wat jammer, want de motor duikt best snel bij het gebruik van de voorrem, wat voor onrust zorgt. De truc is dan weer om zo weinig mogelijk te remmen en zo de hele motor stabiel te houden in de bochten. Gewoon ontspannen rondrijden gaat prima, het comfort is dan groot en alle oneffenheden in het wegdek worden gemakkelijk door de vering opgevangen.
Quickshifter
Qua remmen en schakelen doet de Honda Transalp alles goed, vooral met de (helaas optionele) quickshifter is schakelen heel makkelijk en leuk. Met 91 PK kan je serieus hard gaan rijden, maar het is wel zaak dat je flink blijft schakelen, wat dus prima gaat. Daarbij is het motorblok ook in deze (zeer licht van de Hornet aangepaste) versie echt goed en sterk genoeg. Met een lekker geluid roffelt de motor vanaf elk toerental flink door.
De injectie doet daarbij bijna alles goed, alleen in de eerste en tweede versnelling is er een lichte aan/uit reactie vanaf gesloten gas, maar in alle andere situaties pakt het gas keurig op. Ook is er wat te spelen met de mappings, in de verschillende standen is de injectie echt anders. Als geheel is de aandrijving in de Hornet uitdagend genoeg voor een allrounder; nooit intimiderend maar altijd met voldoende vermogen achter de hand om even fors door te trekken.
Voorspelbaar
Vanaf elke enorm laag toerental loopt het blok prima, om er vanaf 4000 toeren nog wat extra bij te doen. Wel voel je tussen de 4000 en 5000 toeren vibraties uit het motorblok, wat op een opwindende testroute nooit een ding wordt, maar bij lang rond dat toerental rijden misschien minder prettig wordt. Rond de 8000 begint het vermogen voelbaar af te bouwen. Dat alles gaat allemaal zo voorspelbaar, dat je nooit te laag in toeren komt of zomaar in de toerenbegrenzer zit. Simpel, doeltreffend en voorspelbaar, de nieuwe paralleltwin maakt in de Transalp motorrijden vooral heel gemakkelijk.
Met bijna 17 liter benzine komen motorreizigers echt een heel eind, na een dag (in de regen) aardig doorrijden komen we uit op 1 op 18, wat voor een theoretische actieradius van boven de 300 kilometer per tank komt. Qua zithouding en rijcomfort is zo’n afstand ook goed uit te houden, waarbij een passagier misschien niet al te groot moet zijn, maar er voor bagage volop ruimte is. Dit alles doet eigenlijk ook wel een beetje hopen op een crossover-versie (NT750?) die echt 100% straatgericht is, met twee 17 inch wielen en 100%-straatbanden.
Conclusie
Dat de 2023-versie van de Honda Transalp misschien niet zo’n offroadmotor is, heeft als voordeel dat het wel een zeer fijne straatmotor is. De comfortabele zithouding, soepele vering en goede windbescherming maken met de nieuwe paralleltwin de XL750 Transalp een uitstekende motor, die zowel voor woon-werkverkeer als flinke motorreizen uiterst geschikt is. Daarbij springt er niets echt uit, maar scoort hij op alle punten wel een zeer ruime voldoende. Dat maakt de nieuwe Transalp vooral een ontspannen, goedmoedige, allround middenklasser, waarvan je jarenlang uiterst hoogwaardig motorplezier mag verwachten, voor een goede prijs.
Tekst: Iwan van der Valk. Fotografie: Zep Gori, Ciro Meggiolaro.
Technische gegevens 2023 Honda XL750 Transalp
Motortype | Vloeistofgekoelde viertakt paralleltwin met bovenliggende nokkenas, acht kleppen, 270° krukas en unicam |
Cilinderinhoud | 755 cc (87 x 63,5 mm) |
Max. vermogen | 91 PK (67.5kW) @ 9500 tpm |
Max. koppel | 75 Nm @ 7250 tpm |
Compressieverhouding | 11.0:1 |
Aantal versnellingen | 6 |
Eindoverbrenging | Ketting |
Koppeling | Natte multiplaats, assist- & slipperkoppeling |
Frame type | Stalen diamant |
Balhoofdhoek | 27˚ |
Naloop | 111 mm |
Voorrem | Dubbele remschijf 310 x 4,5 mm met axiaal gemonteerde tweezuigerremklauw |
Voorvering | Showa 43 mm SFF-CA USD, 190 mm veerweg |
Voorband | 90/90-21M/C 54H |
Voorwiel | Roestvrijstalen spaken, aluminium velg, binnenband |
Achterrem | enkelvoudige remschijf 256 x 6,0 mm met enkelzuigerremklauw |
Achtervering | Afzonderlijke druk, Pro-Link swingarm, 190 mm veerweg |
Achterband | 150/70R18M/C 70H |
Achterwiel | Roestvrijstalen spaken, aluminium velg, binnenband |
Wielbasis | 1560 mm |
Zithoogte | 850mm |
Afmetingen (L×B×H) | 2325 x 838 x 1450 mm |
Oliereservoir | 3,9 liter |
Tankinhoud | 16,9 liter |
Rijklaargewicht | 208 kilo |
Prijs Nederland (2023) | € 12.599,- |