Onder de naam GYTR levert Yamaha Motor voor al haar supersportmodellen een complete opbouw voor circuitgebruik, die varieert van 600 losse onderdelen tot compleet opgebouwde ‘plug & play’ motorfietsen. Op de circuits van Spa (B) en Paul Ricard (F) reden we met de drie belangrijkste modellen in deze GYTR-range: de R6 GYTR, R7 GYTR en de R1 GYTR.
Het idee is relatief simpel: Yamaha onderkent dat supersportmodellen als de R1 en de R6 nog amper voor gebruik op de openbare weg worden verkocht, maar dat steeds meer mensen zo’n model puur aanschaffen voor circuitgebruik. Dat biedt kansen, want daar heb je geen kenteken nodig, maar ook geen zaken als verlichting of een katalysator. In Nederland is dat extra interessant, omdat er dan geen BPM betaald hoeft te worden. Veel van de potentiële klanten hebben alleen niet zelf de know-how om zelf een standaardmotor om te bouwen voor circuitgebruik, wat nu onder de niet-zo-sexy naam GYTR (Genuine Yamaha Technology Racing, voorheen YEC) voor ze opgelost wordt.
Meer dan 600 GYTR onderdelen
Naast een range van 600 losse onderdelen, levert Yamaha van de R1 en de R6 nu ook een ‘standaard’ GYTR model. Voor de R7 is er wel een Cup-versie en een basispakket, maar (nog) geen R7 GYTR met een vaste prijs, hopelijk wordt dat snel opgelost. Om ons nog verder te overtuigen van de kracht van de GYTR ombouw, speelt Yamaha wel een beetje vals: we testen niet de standaard GYTR-modellen zoals die straks in de prijslijst staan, maar onze testmotoren zijn nog eens enorm volgehangen met de rest van de catalogus. De foto’s geven dus geen reëel beeld van de GYTR-versies zoals die in de prijslijst komen, want (bijvoorbeeld) al die mooie goudkleurige vering is extra. Reken dus bij de R6 nog eens dik 7000 euro erbij, met voor de R1 zelfs een bizarre 20.000 euro bovenop de GYTR-basisprijs. Daarnaast zijn alle zes modellen waarmee we rijden (drie keer straatversie, drie keer GYTR-versie) op de zalige Bridgestone V02 slicks gezet. Oh ja, ook even opletten, want alle GYTR-versies kregen het omgekeerde schakelpatroon voor circuitgebruik: 1 omhoog, rest omlaag.
Yamaha R6 GYTR
Om het verschil te benadrukken, beginnen we met de straatversie van de R6 op het circuit. Nouja, de zwarte R6 RACE, want de straatversie bestaat niet meer. Dat bevalt maar matig. Vooral de vering (die dan weer wel in straatsetting staat) zorgt voor veel onrust, waardoor de prima remmen en banden eigenlijk geen goede kans krijgen. Eenmaal overgestapt naar de GYTR is het verschil dan ook belachelijk groot: de GYTR is zo ontzettend veel beter op alle vlakken, dat je bijna denkt dat de basis-R6 ronduit slecht was. Remmen gaat nu opeens hard en precies, waarbij de perfecte vering het geheel stabiel houdt. In de snelle omgooier beweegt het stuur nog wel een klein beetje, maar dat is alleen maar gaaf in plaats van lastig. Schakelen gaat met de omgekeerde circuitschakeling ook veel beter, al is het wel jammer dat er wel een quickshifter is maar geen blipper. Motorisch ‘ademt’ de R6 nu zo onstellend veel beter, dat het middengebied een enorme upgrade krijgt, wat op straat wordt verborgen onder alle emissie-beperkingen in uitlaat, inlaat en ECU. Als je de R6 een 7 als rapportcijfer zou geven, is de GYTR opeens een 9,8. Zo groot is het verschil, waarbij de R6 GYTR een aanvaardbaar prijskaartje* heeft.
Yamaha R7 GYTR
Zoals gezegd is er (nog?) geen officiële R7 GYTR, net zoals er ook nog geen exacte specificatielijst voor de aangekondigde Cup-versie voor de Nederlandse R7 Cup is; er wordt nog hard gewerkt aan de ontwikkeling van alle onderdelen hiervoor. Zodoende beginnen we met een standaard-R7 die ex-BPM volgens Yamaha 9500 euro kost, plus 7200 aan GYTR onderdelen. Zowel op het lange circuit van Spa als op een ingekorte versie van Paul Ricard is de R7 echt extreem leuk om mee te rijden. OK, het gaat niet enorm hard (200) op het rechte stuk, maar sturen doet de GYTR-versie echt superleukl Enige echt minpunt is het matige dashboard, waarop de LCD-versnellingsindicator niet te lezen is. Ook hier verschilt de GYTR-versie weer reusachtig veel van de straatversie, met vooral een véél beter lopend motorblok en een enorme upgrade qua vering. OK, een enorme topsnelheid haal je nog steeds niet, maar de R7 is echt een ongelooflijk leuke circuitmotor, waarop elke beginnende circuitrijder zou moeten starten. Hierop leer je echt rijden, wat niet lukt als je gelijk op een kanon als de R1 of R6 stapt. Let vooral ook even op de R7 Cup die volgend jaar komt, dit kon wel eens een superleuke competitie gaan worden.
Yamaha R1 GYTR
De R1 GYTR is het klapstuk van het evenement, vooral omdat de voor ons geprepareerde versie vermoedelijk zo’n 48.000 euro kost, wat fors meer is dan de toch al niet lage prijs van 28.000 euro* voor de GYTR-versie. Daarnaast zijn de R1’s voorzien van een langere gearing, speciaal voor het rechte stuk van Paul Ricard; de beroemde Mistral van 1,8 kilometer lang. Opvallend genoeg is het verschil tussen de straat-R1, waarmee we beginnen, niet zo groot naar de peperdure GYTR-versie, zoals dat bij de R6 en R7 wèl het geval was. De standaardmachine is namelijk al zo indrukwekkend goed, dat de GYTR-versie hem vooral beter maakt op vlakken waar vermoedelijk alleen de èchte topcoureurs plezier van hebben. De standaardvering doet het al zó goed in de eerste sessie, dat de kostbare Öhlins wel zorgen voor hardere, meer precieze circuitsettings, maar niet het dag-en-nacht verschil maken zoals dat op de lichtere modellen het geval was.
De meest voelbare GYTR-upgrades zijn dan ook de remmen. Zo precies, zo doseerbaar en vooral zo sterk, dat redt de straatversie alleen al niet doordat het ABS dan op de loer ligt. De extra hoge ruit is ook geen overbodige (maar goedkope) luxe, vooral bij meerdere seconden boven de 300 kilometer per uur op het iconische Franse circuit. Ok, deze versie met andere ECU en uit/inlaat loopt motorisch bizar hard, maar de straatversie trekt ook al zo extreem, dat het verschil meer in de heftige afgifte zit, dan in de daadwerkelijk bruikbare extra power. Een compliment voor de straatmotor dus, die zo goed is dat een enorme upgrade als op deze “GYTR-Plus” versie, de gewone sterveling al snel ontstijgt.
Heel realistisch bekeken zal 99% van de circuitrijders dan ook meer dan genoeg hebben aan een R1 met racekuip, stalen remleidingen en ABS emulator, ontdaan van alle (weer los te verkopen) overbodige onderdelen voor de straat, dan ben je voor zo’n 21 mille (want ex-BPM*) klaar.
De ‘gewone’ GYTR-versie is dan al een forse stap omhoog voor de meer ervaren circuitrijder. De aanbieding daarvan is prima, want vooral de nieuwe kabelboom en ECU zitten (inclusief montage in de GYTR Pro Shop) in de prijs, plus nog een reeks aanpassingen die van je R1 een ècht circuitwapen maken.
Daar bovenop komen dan als meest logische (maar niet onmisbare) extra aanvulling misschien de andere remklauwen en rempomp. Dan ben je eigenaar van een supermachtige, maar altijd goed beheersbare, kant-en-klare circuitmotor, met betere remmmen bovenop de al zo sensationeel sterke basis.
goudkleurig goud
Voor alle drie geteste motoren geldt dat de Öhlins vering met voorsprong het duurste component is, maar die zit niet in het standaardpakket van de GYTR-versies. Afgezien daarvan moesten alle prijzen en uitvoeringen zich nog wat uitkristalliseren, maar het is nu al zo dat de GYTR-aanbiedingen prima lijken, met een fijn stuk pakketkorting. Wel is het een optie als je die dure vering weglaat en je daarvoor in de plaats bij een veringspecialist de originele vering laat aanpassen; die prachtige gouden schokbreker kan dan later altijd nog. Helaas konden we zulke “standaard GYTR” versies, die Yamaha dus eigenlijk juist promoot, niet testen, maar de R-serie is in de basis al zó goed, dat je hier best met simpele aanpassingen kan beginnen. Voor de R6 en R7 zijn de GYTR-pakketten een prima aanvulling, waarmee ze op het juist niveau voor circuitgebruik komen, vooral als je niet dagelijks WK Supersportraces wint.
Niet alles
Het lijkt er vooral op dat de GYTR R1 en GYTR R6 sterke aanbiedingen leveren, die meer dan goed genoeg bieden voor -bijna- iedereen die zijn eigen circuitkwaliteiten realistisch bekijkt. Iedereen die meer dan dat wil (en kan betalen) mag zich volledig uitleven, maar dat is dan meer voor de heb. Sterker nog, minder kan ook, vooral bij de R1. Voor veel losse onderdelen is het ook voor de financieel sterkeren een kwestie van goed opletten; GYTR-onderdelen als de optionele radiateur kosten niet alleen enorm veel geld, maar zorgen vaak voor nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld als je lang in de pitlane moet wachten en je geen koelfan meer blijkt te hebben. Die mooie radiateur koelt prima, maar niet als je niet hard genoeg rijdt. Of: die toffe gekleurde knopjes op het stuur zitten nogal dicht op je je hand, voor je het weet tik je de brandstofpomp uit en sta je stil. Terwijl je helemaal geen schakelaar voor die pomp nodig hebt. Of die coole Akrapovic maakt tòch meer herrie dan de standaarduitlaat, zodat je na elke twee ronden van de baan gehaald. wordt. Dus, ook als je geld zat hebt: kijk wat je ècht nodig hebt, want sommige onderdelen zijn beter voor topcoureurs maar slechter voor circuitrijders.
Conclusie
Met een plug-en-play circuitversie van alle supersportmodellen, heeft Yamaha voor elke circuitrijder iets goeds te bieden. Dat kost best wat geld, maar het mag bekend zijn dat circuitrijden nooit een goedkoop spelletje is geweest. Voor dat geld word je volledig ontzorgd en weet je dat je een veilige, complete circuitmotor koopt. Die racemotor wordt, binnen de genoemde prijs, opgebouwd volgens de strenge, Japanse specificaties van Yamaha. En dus niet door je handige buurman, die er wat losse spulletjes van AliExpress op prutst, waarmee je straks met 300 km/u het rechte stuk over gaat. Daarbij is het aanbod zo breed, dat je ook de zaken kunt weglaten die je (nog) niet nodig hebt. Extra bonus is dat je bij de Yamaha GYTR dealers alle nodige kennis erbij krijgt, zodat je direct het juiste koopt. Simpel gezegd: wil je met een Yamaha het circuit op? Bel de GYTR Pro Shop dealer.
Tekst: Iwan van der Valk. Fotografie: Jonathan Godin, Graeme Brown (Yamaha Motor), Testmotor.
*Prijzen 2022 Yamaha GYTR modellen Nederland
Voor de prijsstelling is het van belang op te letten met betrekking tot de BPM. De GYTR-modellen zijn niet voorzien van de onderdelen die op straat nodig zijn, zoals verlichting, kentekenplaathouder, emissie materiaal (katalysator) etc, dus is er geen kenteken op te verkrijgen en er kan dus niet mee op de openbare weg gereden worden. Dit heeft als voordeel dat er ook geen BPM betaald hoeft te worden.
R1 |
R1 – Prijs wegmotor op NL kenteken: € 22.799,- |
Prijs NL R1 ex. BPM € 19.885,- |
R1 GYTR: Prijs (ex. BPM): € 27.999,- |
R6 |
R6 Race (model is niet leverbaar als wegmotor) |
Prijs NL R6 ex. BPM € 13.699,- |
R6 GYTR: Prijs ex. BPM: € 20.999,- |
R7 |
R7 – Prijs wegmotor op NL kenteken: € 10.499,- |
Prijs NL R7 (ex. BPM) € 9285,- |
R7 GYTR: prijs nog niet bekend, zelf samenstellen. |