Skip to main content

Test 2020 Ducati Scrambler 1100 Sport Pro

Met de nieuwe “Pro” versies van de Ducati Scrambler 1100 brengt de Italiaanse motorfabrikant in feite vernieuwde 2020-versies uit van het bestaande basismodel. De veranderingen zijn niet enorm, maar toch zorgen ze vooral voor een flink vernieuwd uiterlijk, vooral door de nieuwe tankgraphics, zadel, uitlaat, stuur en nummerplaathouder. Het verschil voor de Sport Pro is nog groter door de Öhlins vering. Daar rijden we mee in de Belgische Ardennen. 

Het uiterlijk van de Scramblers was altijd al goed verzorgd, maar nu ziet de Scrambler 1100 Sport Pro er echt compleet uit. De koplamp met de beschermer en ronde LED-strepen, de glimmende grote 1100 aanduiding op de tank en de stoere noppenbanden om de fraaie tienspaaks velgen zijn ook nog eens perfect afgewerkt. En dan is er nog de goudkleurige Öhlins voorvork als kers op te taart, het totaalplaatje klopt echt. Er is uiterlijk wel erg veel verschil tussen de rechter- en linkerzijde: aan de ene kant is er de bochtenspaghetti die uitmondt in de nieuwe dubbelloops uitlaat, de andere kant van de machine is -in verhouding- dan nogal saai.

Uitrusting
Ook de vorm van het dashboard is goed gedaan, maar de zichtbaarheid van het LCD-dashboard is niet optimaal. Qua bediening van de elektronica zorgt dat ook voor wat uitdagingen, de instelling van de vier standen aan Traction Control (DTC), twee standen + uitschakelbare bochten-ABS èn de instelbare Active, Journey en City mappings zijn vast makkelijk aan te passen, maar zonder duidelijke handleiding lukt het echt niet. Rijdend van mapping wisselen is na wat studie nog te doen, maar voor alle andere aanpassingen moet je stoppen en de tijd nemen. Wat niet wegneemt dat de elektronische uitrusting zeer compleet is en erg goed werkt, iets wat de keuze voor dat ouderwets grijzige dashboard (op een motor van € 18.500) nog vreemder maakt. 

Euro5
Zoals dat hoort bij een grote L-twin uit Italië, denk je ook bij de Scrambler 1100 dat hij niet aan zal slaan als je de startknop al even ingedrukt hebt. Maar, elke keer redt hij het toch nèt, wat voor een leuke roffel zorgt. Ook hier slaat de Euro5-wetgeving toe, waardoor het voor een Ducati wat aan de stille kant blijft, maar dat verandert, eenmaal rijdend, snel. Dan voel je de klappen van de twee cilinder goed, inclusief wat vibraties op tank en stepjes die de beleving verhogen. De zithouding is daarbij erg goed gekozen, het lagere stuur is zeker een vooruitgang; de combinatie van geluid en attente rijdhouding zorgt ervoor dat je steeds eerder harder wil gaan dan zachter, wat nog eens extra geholpen wordt door de beroemde Ducati L-twin.

Motorblok
Zo komen we uit bij het sterkste punt van de 1100 Scrambler: het motorblok. Waar op de rode superbikes de V4 de macht hebben overgenomen, bewijst deze naked bike dat V-Twin nog absoluut bestaansrecht heeft binnen Ducati. Voor zo’n dik motorblok is 86 pk natuurlijk weinig, maar het luchtgekoelde blok met de beroemde desmodromische klepbediening loopt vanuit erg lage toeren moeiteloos, pakt altijd met pit op en trekt toch serieus hard. Bovenin vlakt het wat snel af, maar als je globaal zo tussen de 4000 en 8000 blijft, is het puur genieten. Schakelen gaat soepel en duidelijk, met de slipperclutch om snel terugschakelen veilig op te vangen. De gearing is wel wat aan de lange kant voor een naked, een kettingwiel met een paar extra tanden aan de achterkant zou een interessante modificatie kunnen zijn; topsnelheid inruilen voor meer acceleratie is op zo’n machine vaak een prima deal.

Öhlins vs. noppenbanden
Sturen gaat op de “kort” aanvoelende motor met het 18″voorwiel niet enorm snel, maar wel best voorspelbaar, waarbij de grip van de “offroad” banden verbazingwekkend goed is op het warme asfalt. Lange snelle bochten gaan prima, voor het kortere werk is wat meer dwang nodig om de lijnen kort te houden. Dat brengt ons wel op de grootste tegenstelling van deze Scrambler: je geeft 2500 euro extra uit aan luxe Öhlins vering, maar zet er vervolgens een 18″voorwiel en Pirelli MT60RS noppenbanden onder, omdat die goed bij het hippe scrambler-uiterlijk passen. Het logische gemiddelde daarvan is dat de 1100 Pro best goed stuurt, maar dat je in de Ardennen geen partij bent voor een goed bestuurde GS of Tracer. Als je dat geen bezwaar vindt, stuurt de 1100 leuk en voorspelbaar op droog, continu slingerend asfalt in de Ardennen.

Conclusie
De 2020 Ducati Scrambler 1100 Sport Pro ziet er fantastisch uit, heeft alle moderne elektronische techniek aan boord en is ook nog eens voorzien van de beste vering die op een standaard motorfiets te koop is. Oftewel: die “Pro” aanduiding lijkt terecht. Punt is alleen wel dat dat uiterlijk vraagt om stoere offroadbanden, die de extra stuureigenschappen van de dure vering weer teniet doen, waardoor het eindresultaat meer “Plus” dan “Pro” is. Afgezien daarvan is de 1100 Sport Pro een zeer goed ogende, hippe machine met een zalig motorblok, volledige uitrusting en acceptabele stuureigenschappen.

Tekst: Iwan van der Valk. Fotografie: Jonathan Godin, Reno @ Van Dijk Media. 

Technische gegevens 2020 Ducati Scrambler 1100 Sport Pro 

Motorblok Luchtgekoelde L-Twin; 2 kleppen per cilinder, desmodromisch bediend
Cilinderinhoud 1079 cc
Boring x slag 98 x 71 mm
Vermogen 86 pk (63 kW) @ 7500 tpm
Koppel 88 Nm @ 4750 tpm
Uitlaat 2-1-2 systeem, stalen uitlaatdempers met aluminium covers
Versnellingen 6
Frame Stalen buizen
Voorvering Öhlins Ø48 mm usd, volledig instelbaar
Achtervering Öhlins monoshock, pre-load en rebound instelbaar
Voorwiel/voorband 10-spaaks aluminium, 3.50″ x 18″;  Pirelli MT 60 RS 120/70 ZR18
Achterwiel/achterband 10-spaaks aluminium, 5.50″ x 17″;  Pirelli MT 60 RS 180/55 ZR17
Voorrem 2 x Ø320 mm schijven, radiale Brembo Monobloc M4.32 klauwen, 4-zuiger
Achterrem Ø245 mm schijf, 1-zuiger
Balhoofdhoek 24,5°
Naloop 111 mm
Wielbasis 1514 mm
Zadelhoogte 810 mm
Tankinhoud 15 liter
Gewicht rijklaar 206 kg
Prijs Nederland (2020) € 18.490,-