De MV Agusta Dragster is de laatste versie van de driecilinderlijn van het Italiaanse merk MV Agusta. Dit keer niet een klein detailverschil met een andere naam, maar een grotendeels andere motorfiets dan zijn directe familielid, de Brutale 800. Het eerste wat daarbij opvalt is de extreem korte achterkant, de (inklapbare) spiegels op het uiteinde van het stuur, de excentrieke verlichting aan de achterzijde en vooral de 200 mm brede achterband. Het 10 centimter bredere stuur is, in vergelijking met de Brutale 800, wat hoger geplaatst en deze is verstelbaar. De geometrie en het motorblok zijn wel zo overgenomen van de Brutale 800. Door de extreem korte achterkant is het nummerbord gemonteerd op een kunststof beugel die vast zit aan de achterbrug. Al met al is de Dragster 800 een stoere verschijning.
Elektronica
Alle huidige driecilinders van MV Agusta zijn uitgerust met een uitgebreid elektronicapakket met de naam MVICS (Motor & Vehicle Integrated Control System), de Dragster vormt hierop geen uitzondering. Hiermee zijn via het stuur de vier rijmodi te kiezen (Rain, Normal, Sport en Custom ). In de laatst genoemde modus kun je allerlei parameters voor ABS en traction control naar eigen keus instellen. Je hebt ook nog de mogelijkheid om de toerenbegrenzer in te stellen, koppel afgifte te regelen, de maximum snelheid vast te zetten en de quickshifter aan of uit te zetten. Helaas is dit alles is moeilijk af te lezen op het iets te kleine display van het dashboard.
Rijden
Opstappen op de MV Agusta Dragster gaat makkelijk. De zit is actief, bovenop en voorop de motor. Door de lage zit hebben ook kleinere mensen hun voeten makkelijk aan de grond. De buddy is relatief hard en hoekig, wat na enige tijd minder comfortabel aanvoelt. De gasrepons was een zwak punt bij recente MV Agusta’s , daarvan is bij deze Dragster niets te merken. Onverwacht soepel rijdt hij weg, het blok reageert netjes op het gas en voelt in de eerste instantie als een sport-tour motor aan. De eerste bocht voelt wel anders dan je zou verwachten bij zo’n korte, lage en lichte motorfiets. Insturen gaat makkelijk maar de verwachtte lichtvoetigheid blijft uit, waarschijnlijk als gevolg van de 20 centimeter brede achterband. Ook bij lange doordraaiers moet je de Dragster veel meer door de bocht ‘trekken’ dan je zou verwachten van een motor met dit uiterlijk. Als in de bocht gas gegeven wordt reageert het rijwielgedeelte wat onrustig en daarnaast heeft de Dragster sterk de neiging tot oprichten als je de rem erbij pakt.
Tot 6000 toeren gaat het allemaal best gemoedelijk met de Dragster, maar zodra de toerenteller rond de 8000 toeren komt bouwt hij heel snel de 125 pk op, dit resulteert in een spectaculaire acceleratie. Deze beleving wordt versterkt door een waanzinnig aanzuiggeluid van de driecilinder en compleet gemaakt door de standaard gemonteerde quickshifter. Het rijwielgedeelte heeft op hoge snelheid wel moeite met dit uitdagende geweld en wordt op ruim illegale snelheden gevoelig voor oneffenheden in het wegdek, de motor voelt dan verre van stabiel aan. De standaard stug ingestelde Sachs achtervering en 43 mm Marzocchi upsidedown voorvering verstellen geeft wel wat verbetering maar is geen makkelijke klus. Om de veervoorspanning van de voorvork in te stellen moet er flink gesleuteld worden om de stuurhelften te demonteren, een andere manier is er gewoonweg niet. De vierzuiger Brembo klauwen met Nissin rempomp doen hun werk uitstekend, de standaard afstelling van het ABS is behoorlijk veilig maar kan naar persoonlijke voorkeur worden ingesteld. De rest van de veiligheidselektronica is onopvallend op de achtergrond aanwezig.
De snelheidsmeter overdrijft flink, met ruim 10% verschil ten opzichte van de gps gaat het allemaal net even minder snel dan de teller aangeeft. Het zicht naar achteren door de laag en breed gemonteerde spiegels is erg goed en redelijk trillingvrij. Maar de positie van de spiegels en de erg kleine stuuruitslag beperken wel je bewegingsmogelijkheid bij het manoeuvreren en het rijden door een file. Het meenemen van een eventuele duopassagier op de ultrakorte buddy is vrijwel onmogelijk, ondanks de bijgeleverde voetsteunen.
Conclusie:
De Dragster is, anders dan zijn naam doet vermoeden, een motorfiets met twee gezichten. Aan de ene kant een soepele en makkelijk te berijden motorfiets en aan de andere kant een spectaculair accelererende machine met een eigen stuurkarakter. De motor is netjes afgewerkt en door zijn styling een opvallende verschijning. Minpunten van de Dragster 800 zijn toch wel de slechte rechtuitstabiliteit en de omslachtige wijze van het verstellen van de voorvork. Ondanks de keus uit de vele instelmogelijkheden zet je de motor bij voorkeur in de Race stand omdat het karakter van het soepele motorblok met race aspiraties dan het best tot zijn recht komt. Voor € 15.290 heb je een motor die hoe dan ook opvalt en waar de vorm op een aantal fronten ten koste gaat van de functie.
Tekst: Andrew Thijssen
Specificaties | |
Motor | Vloeistofgekoelde driecilinder 4-takt |
Cilinderinhoud | 798 cc |
Boring x slag | 79 mm x 54,3 mm |
Compressieverhouding | 13,3:1 |
Max. vermogen | 92 kW (125 pk) |
Max. koppel | 81 Nm |
Brandstofsysteem | 6 |
Tankinhoud | 16,6 liter |
Eindaandrijving | O-ringketting |
Aantal versnellingen | 6 |
Afmeting (LxBxH) | 2060 x 860 x 811 mm |
Wielbasis | 1380 mm |
Droog gewicht | 167 kg |
Wielophanging voor | Marzocchi upside down (volledig instelbaar) |
Wielophanging achter | Sachs monoshock (volledig instelbaar) |
Voorrem | 2x 320 mm remschijven met radiaal gemonteerde 4-zuiger Brembo remklauw |
Achterrem | Enkele 220 mm remschijf met 2-zuiger Brembo remklauw |
Bandenmaat voor | 120-70-17 |
Bandenmaat achter | 200-50-17 |
Prijs | €15.290,- |