Skip to main content

De Ducati Streetfighter V4 wordt door de fabrikant zelf omschreven als “de Panigale V4, ontdaan van de kuipen en met hoog, breed stuur”. Daarbij vergeten ze “in een opvallende vormgeving”, maar verder klopt de omschrijving zeer goed. Met de komst van de Streetfighter V4 herhaalt het Italiaanse merk wat ze in 2008 al met de 1098 deden: kuip eraf en ander stuur erop, that’s it. Toen werd de versie met het V2-motorblok geen groot succes, maar met de nog redelijk nieuwe V4 wil Ducati het nog eens proberen. 

Je kan simpelweg niet om het uiterlijk van de nieuwe Streetfighter heen. De afwerking is werkelijk subliem, bijna alle onderdelen stralen chique kwaliteit uit. Onze testversie is de V4S, die dus ook nog eens goudkleurige Öhlins vering en driespaaks Marchesini velgen heeft, wat mooi past bij de eenzijdige achterwielophanging en stoere LED-koplamp. Je zou kunnen zeggen dat bij een Ducati-S van € 26.600 ook de spatborden en winglets gewoon van carbon moeten zijn, maar dat is helaas niet zo. Over die winglets gesproken: waar ze op de Panigale nog een functie hebben en passen bij de volle kuip, staan ze er op de Streetfighter toch wat raar op. Zo raar, dat Ducati bezig is met afdekkapjes voor de kopers die ze er liever af willen hebben. Maar verder: wat een ongelooflijk strakke machine.

Test 2020 Ducati Streetfighter V4

Compleet
Eenmaal opgestapt is er direct een fijne zithouding door de wat lager geplaatste stepjes dan op de Panigale, en natuurlijk dat brede, lekker in de hand liggende stuur. De windbescherming is afwezig, maar doordat je een beetje voorover zit kan je rijwind tot 140 km/u prima aan. De tank is met 16 liter wel erg klein. Vooral omdat na 150 kilometer het lampje al aan gaat en er dan nog best wel een liter of 4 over zal zijn, maar het brandstofverbruik is zeker ook niet laag. Daarboven zie je het fijne 5-inch dashboard van de Panigale, met instellingsmogelijkheden voor de enorme lijst aan elektronische hulpmiddelen: riding modes; launch control; quickshifter, bochten-ABS, traction controle, wheelie controle, slide controle, instelbare motorrem en op deze “S” versie ook de instellingen voor de elektronische vering van Öhlins. De eerlijkheid gebiedt te melden dat we in één dag er niet aan toekwamen alles uit te proberen. En in één week waarschijnlijk ook niet.

Eenmaal op pad in de Nederlandse polder, maken vooral de remmen indruk. Aan de voorkant zijn ze superprecies en vertragen ze echt héél hard. Door de rechtop zithouding denk je de eerste paar keer dat je er zo voorover afvliegt, maar dat valt gelukkig mee. Extreme remkracht hebben we wel eerder gezien, maar dat het zo precies doseerbaar is in dagelijkse omstandigheden op de openbare weg nog niet. Na wat ‘oefenen’ is het juist de combinatie van het Brembo-remsysteem uit de racerij en de alledaagse zithouding die je zoveel controle geeft. Ook de achterrem is direct goed, met een combinatie van de juiste remkracht en doseerbaarheid. Dit rempakket is als totaal wel het beste wat nu te koop is op welke naked bike dan ook.

Schakelen
De versnellingsbak van de Streetfighter is exact gelijk aan die van de Panigale, alleen door andere kettingwielen is de naked bike korter gegeared. Een slimme keuze, want daarmee wordt de voor straatgebruik vaak te lange eerste versnelling van een racemotor ingekort, ten koste van wat topsnelheid die je toch niet mist. Qua schakelen zijn er in Italië alleen wel eens betere versnellingsbakken gemaakt. De quickshifter werkt vooral bij opschakelen zo lekker soepel dat je bijna ‘seamless’ denkt te kunnen rijden, maar het mechanische deel van de bak zelf zou wel iets duidelijker kunnen zijn. Dat geldt ook voor terugschakelen; ook hier is de elektronica erg goed maar de mechanische kant wat ruw. Duidelijk schakelen dus, een lui tikje is soms niet genoeg. Daarbij is de neutraal niet altijd even makkelijk vindbaar. Klein voorbehoud: onze demo was gloednieuw, ook moderne versnellingsbakken worden nog wel eens beter na gebruik.

Sturen gaat eigenlijk heel gewoon: niet supersnel maar ook niet te traag. En niet te ver overigens, want door een zeer beperkte stuuruitslag is keren op de weg een ramp. Maar dat wat onopvallende sturen is op een Ducati juist opvallend. Oorzaak hiervan is de combinatie van de enorm prettig werkende elektronisch geregelde Öhlins-vering, maar dan met Pirelli Rosso Corsa 2 banden eronder. Heel pragmatisch voor straatgebruik, maar normaliter staan ‘supernakeds’ als deze op hypernerveuze Supercorsa’s die wat sneller opwarmen maar het lastiger krijgen bij regen of als de boeren een halve polder op de weg gereden hebben. Qua comfort scoort het Öhlins EC 2.0 systeem in combinatie met de Pirelli’s een zéér ruime voldoende, maar het maakt wel dat de bestuurbaarheid wel wat gewoontjes is. Heel handig in Nederland dus.

V4
En dan: het V4 motorblok is echt een wonder. Het loopt heel snel door de toeren maar draait ook beschaafd en mooi rond. Met geen klap verkeerd en geen hikje bij lage toerentallen. Daarbij trekt het werkelijk verbijsterend hard, maar blijft door alle elektronica prima beheersbaar. Waar je denkt dat zo’n korte motor alleen maar achterover wil, zorgt de combinatie van traction- en wheelie control ervoor dat dit alleen maar zo is als je dat zelf zou willen, anders is het volledig beheersbaar. Echt, wat een genot om met de V4 op pad te zijn, met als enig merkbaar nadeel dat het al heel snel heel veel te hard gaat. De power van de Streetfighter is een belevenis die elke motorrijder minimaal één keer in zijn leven meegemaakt moet hebben, de versnelling is van de overtreffende trap.

Test 2020 Ducati Streetfighter V4 18

Hoogtoerig
Qua verdeling van de bizarre hoeveelheid power is er een opvallende verandering ten opzichte van de Panigale V4. Waar je namelijk bij een naked bike zou verwachten dat geprobeerd wordt het maximale koppel juist bij lagere toeren te bereiken, is dat hier juist andersom gedaan. Gevolg is dat het “racy” karakter van het motorblok nog eens versterkt wordt en de meeste trekkracht relatief hoog in de toeren zit, de 123 Newtonmeters aan koppel worden nu bij 11.500 toeren bereikt, ten opzichte van 10.000 op de Panigale. Het is natuurlijk zo dat het de Ducati extreem veel vermogen en koppel heeft, zodat je onderin de toeren ook al serieus vooruit gaat, maar gevoelsmatig komt de echte klap pas veel hoger op de toerenteller. Dit maakt dat de Streetfighter niet voor iedere naked bike-fan de juiste keuze zal zijn; als je juist van dikke trekkracht onderin houdt, is de V4 niet wat je zoekt maar kom je eerder bij een Ducati Monster uit. 

Conclusie
De Streetfighter V4 is een indrukwekkende motorfiets door het opvallende uiterlijk, de hoogwaardige afwerking, het extreme motorblok en de uiterst complete uitrusting. Door ervoor te kiezen om de meeste motorbeleving in de hogere toeren te stoppen, blijft de V4 wel meer racemotor dan veel andere nakeds dat zijn. Dat moet je liggen. Als dat zo is heb je aan de Streetfighter een unieke Italiaanse naked bike, die qua uitstraling, bouwkwaliteit, uitrusting en prestaties van het allerhoogste niveau is.

Tekst: Iwan van der Valk. Foto & Video Testmotor / Van Dijk Media

 {gallery}getest/2020/Ducati/Streetfighter_V4{/gallery} 

Test Filter

{module Article Filter}




Populaire Test

Andere Test